Uitnodiging

De Vereniging De Drentsche Patrijshond heeft een bijeenkomst georganiseerd waar de aanpassingen in de rasstandaard zijn besproken. DPHCN heeft hiervoor ook een uitnodiging ontvangen, waarvoor hartelijk dank. Henk Kamperman, Joost Wegink en Janny Offereins hebben deze bijeenkomst namens DPHCN bijgewoond.

Rasstandaardcommissie

De VDP heeft ongeveer twee jaar geleden een rasstandaardcommissie benoemd, die bestond uit: de heer A. J. Booij, historicus, Janny Offereins-Snoek, rasdeskundige en auteur van het boek ‘De Drentsche Patrijshond in verleden en heden’ en Wim Wellens rasdeskundige en keurmeester van ons ras.

Aanpassingen

Jorden de Boer leidde, als voorzitter van de FBC,  de vergadering die werd gehouden in ‘De Camp’ te Woudenberg. Veel keurmeesters hebben aan de uitnodiging gehoor gegeven om mede hun mening over de aanpassingen te geven. Nadat het bestuur van de VDP en de Raad van Beheer hun goedkeuring aan de aanpassingen hadden gehecht, is de rasstandaard door de R.v.B. gestuurd naar de FCI. In april 2016 vergadert het bestuur van de FCI en als blijkt dat de rasstandaard in orde is, kan het bestuur met een hamerslag de rasstandaard bekrachtigen. Veranderen kan niet meer, omdat de rasstandaard dus al bij de FCI ter goedkeuring ligt. Na deze goedkeuring kunnen de keurmeesters gaan keuren volgens de hernieuwde rasstandaard.

Iemand waarop je nooit tevergeefs een beroep doet, als het om het ras gaat

Op de valreep heeft de VDP aan Wim Wellens gevraagd om op ter zake kundige wijze de aanpassingen te bespreken. Wim heeft vliegensvlug een presentatie in elkaar gezet die hij per onderdeel kon tonen. Zodra de goedkeuring van de FCI binnen is, zal de rasstandaard worden gepubliceerd. Het is dus absoluut niet de bedoeling dat er door de keurmeesters al wordt gekeurd aan de hand van de herziene standaard.

Een rasstandaard mag nooit worden gewijzigd in de zin van dat b.v. het oor langer moet, de kleur anders, de grootte of wat dan ook. Met aanpassen wordt slechts bedoeld dat de taal waarin de rasstandaard is geschreven, wordt geactualiseerd en of verduidelijkt. Bovendien was de opdracht dat de rasstandaard nu moet voldoen aan het nieuwe format van de FCI. Ieder woord wordt door de commissie gewikt en gewogen, voordat er iets voor in de plaats komt. Er mag in geen geval de indruk worden gewekt, dat er wordt ‘gesleuteld’ aan het exterieur van de Drentsche Patrijshond.
Vanuit dat standpunt gaat de commissie aan de gang.

De gebitten

Na afloop van de besprekingen konden de keurmeesters vragen stellen. Deze gingen voornamelijk over de opmerking in de rasstandaard over het gebit. Er stond en staat bij gebit: Schaargebit. Dit heeft de commissie zo gelaten en het aan het inzicht van de keurmeesters overgelaten wat hij of zij toelaatbaar vindt. Als je namelijk alles tot in de finesses gaat beschrijven, blijft er weinig te keuren over en wordt de rasstandaard veel te lang. De meningen lopen behoorlijk uiteen. Het blijkt dat keurmeesters die veel Duitse rassen in hun portefeuille hebben prijs stellen op een compleet gebit met als uitzondering misschien het missen van één P1. Keurmeesters die ook Engelse rassen keuren, vinden twee x P1 en eenmaal P2 nog best kunnen en zouden deze hond kwalificeren met een ZG. Dat het voor sommige keurmeesters toch moeilijk is, blijkt uit het feit dat tijdens een fokdag van de VDP een reu die vier kiezen miste, met een Uitmuntend is gekwalificeerd en vervolgens is uitgenodigd voor de reuenkeuring. Dit kan natuurlijk niet en zegt in mijn optiek ook wel iets over de keurmeester. Voor de reueigenaar in kwestie is dit heel sneu.

Het komt in bepaalde lijnen meer voor dan in andere lijnen. Wel is het zo, dat als je als fokker heel goed let op de combinatie die je maakt, het euvel vrij snel is weg te fokken. Dus, fokkers, opgelet! Al met al is het nog geen gelopen race hoe of je een gebitsafwijking precies moet kwalificeren. Een belangrijk ding is ook dat de keurmeester op de hoogte moet zijn met de stand van het ras en dit in haar beoordeling van een gebitsfout moet laten meewegen. Zoveel honden kunnen we niet missen en levensbedreigend is het missen van een kies nu ook weer niet. Een hond is niet alleen kies of oor, maar het gaat bij het keuren om heel de hond.

Wel is met de keurmeesters afgesproken dat zij tijdens het keuren extra op de gebitten zullen letten en tevens op het verslag vermelden welke elementen niet aanwezig zijn. De commissies die behept zijn met de fokkerij kunnen dan  inventariseren en fokkers bijstaan om de juiste keuzes te maken.

Een opmerking om meteen het VFR aan te passen vond ik wel heel cru. Hoe meer je als taboe vastlegt, des te enger je genenpool wordt.

Chemische castratie

Een andere kwestie die tegenwoordig nogal eens voorkomt zijn de minieme testikels bij reuen. In de rasstandaard van alle rassen staat dat er twee goed ontwikkelde testikels aanwezig moeten zijn. Tegenwoordig komt er nogal eens een reu op de  fokdag of nakomelingendag die chemisch is gecastreerd, waardoor de testikels erg klein zijn. Het zijn soms net erwtjes en de vraag is dan ook hoe er dan moet worden gekwalificeerd. Een moeilijke vraag. Volgens één van de keurmeesters was zijn ervaring dat, als de reu al heeft gedekt vóór de chemische castratie, de testikels na verloop van tijd weer de normale grootte aannemen. Is dat niet het geval, dan blijven of worden de testikels heel minimaal en kan er ook in veel gevallen niet meer worden gedekt, omdat de reu onvruchtbaar is geworden. Dus, reueigenaren, voordat u tot een dergelijke ingreep overgaat, denk goed na over de consequenties.

Sluiting

Al met al was het een nuttige bijeenkomst, waar keurmeesters ook van elkaar het nodige konden leren en, naar ik hoorde, voor sommige keurmeesters een eyeopener was geweest. Een hartelijk applaus voor Wim was dan ook zeker op zijn plaats!

Er stonden nogal wat punten op de agenda die niet direct van belang waren voor het keurmeestergilde, waardoor de voorzitter de vergadering prachtig op tijd kon afsluiten.

 

Janny Offereins